Hoe werkt Feldenkrais?
Organisch leren
Als je een kind ziet bewegen zie je hoe het de ruimte onderzoekt, zich meet met zijn omgeving, voortdurend uitprobeert en op die manier langzaam zijn weg vindt. Door het uitproberen van mogelijkheden ontwikkelt hij zich. Dit leren is een proces van trial and error, waar uiteindelijk een keuze ontstaat die leidt tot een beweging.
Dit proces van het onderzoeken van eigen bewegingen, het organisch leren, is wat Feldenkrais voor ogen stond bij het ontwikkelen van zijn methode. Hij maakte gebruik van het vermogen van het zenuwstelsel steeds nieuwe verbindingen te leggen.
Organisch leren vindt plaats door sensomotorische activiteit en is de basis voor alle leren. Het is zelf ontdekken, nieuwe mogelijkheden uitproberen, zelf de keuze maken wat gemakkelijker, lichter is. Er is dus geen voorbeeld hoe het zou moeten zijn.
Het zelfbeeld
Ons zelfbeeld is ons unieke geschiedenisboek, samengesteld uit ons bewegen, gewaarworden, voelen en denken. In ons handelen is elk van deze componenten in meerdere of mindere mate aanwezig.
Het zelfbeeld ontstaat uit het samenspel van ervaringen en kan sterk fluctueren van persoon tot persoon, afhankelijk van de omstandigheden.
Zodra onze lichamelijke en sociale groei voltooid is, als wij 'volwassen' zijn en wij ons voldoende vaardigheden hebben eigen gemaakt om ons in de maatschappij staande te houden, lijkt voor ons een groot deel van ons leren voorbij.
Ons zelfbeeld verstart en daardoor vergeten wij dat we steeds nieuwe keuzes kunnen maken.
Deze verstarring kan tot uitdrukking komen in onze taal, door uitspraken als 'ik heb nooit kunnen leren; daar ben ik te oud voor; zo ben ik nou eenmaal'.
Onbekende, niet onderzochte gebieden worden niet ontgonnen doordat tijdens ons volwassen leven ons zelfbeeld verstart, waardoor wij vergeten dat we steeds nieuwe keuzes kunnen maken.
In het lichaam is deze stilstand merkbaar door stereotiep bewegen en door langzaam insluipende ongemakken, die kunnen uitgroeien tot regelmatig terugkerende klachten.
We hebben echter de keuze dit zelfbeeld voortdurend te veranderen, er elementen aan toe te voegen, of ons neer te leggen bij de eerder geschetste toestand.
Bewustzijn
De term bewustzijn wordt in de Feldenkrais Methode gebruikt in de betekenis van gewaarzijn. Bewustzijn in de zin van wakker, aanwezig zijn: weten, waarnemen waar we zijn, wat we doen, hoe we doen. Dus bewuster zijn in denken, waarnemen, voelen en bewegen. Bewustzijn ook van de samenhang tussen deze aspecten. In de Feldenkrais Methode is dit leren gewaar te zijn onderdeel van het leerproces.
Twee leermethoden
Twee leerprocedures worden bij de Feldenkrais Methode toegepast: het groepswerk, dat Bewustworden door Bewegen wordt genoemd, en individuele lessen, waarvoor de term Functionele Integratie wordt gebruikt.
Bewustworden door Bewegen; in groepsverband
De groepslessen zijn gericht op het waarnemen en voelen van ons lichaam, het ons bewust worden van de manier waarop wij bewegen en het onderzoeken van uiteenlopende nieuwe mogelijkheden. Door deze keuze mogelijkheden ontdekken wij dat andere bewegingscombinaties prettiger kunnen zijn. Pas als de alternatieven waarneembaar zijn is verandering mogelijk.
Tijdens de groepslessen nodigt de Feldenkraisdocent de cursist met woorden uit om op ontdekkingsreis te gaan. Het ontdekken en ervaren van bewegingen gebeurt veelal liggend op een matje op de de vloer, waarbij de vloer een belangrijke feed-backgever is. Tijdens de les zijn cursisten bezig met het observeren van zichzelf via hun eigen bewegingen.
Om nauwkeurig te kunnen waarnemen moeten de voorwaarden gunstig zijn. De meeste lessen beginnen liggend op de rug, omdat de zwaartekracht dan anders inwerkt: er is geen druk op de voeten, waardoor het zenuwstelsel bevrijd is van zijn gebruikelijke prikkels die op hun beurt verbonden zijn aan gebruikelijke bewegingspatronen. Hierdoor ligt de weg open voor subtieler voelen.
De bewegingen zijn niet alledaags en nodigen dan ook uit om jezelf door middel van de bewegingen te gaan ontdekken, vooral de mogelijkheden die je nog niet kende van jezelf. Zo leer je je horizon en je mogelijkheden verbreden, niet alleen wat betreft het bewegen, maar je hele zelfbeeld kan hierdoor veranderen. Je bewandelt een weg naar binnen, naar jezelf.
Functionele Integratie; individueel
Bij het individuele werk (Functionele Integratie) laat de behandelaar de cliënt door middel van zacht aanraken en bewegen voelen hoe de feitelijke toestand is en hoe een beweging kan zijn, waardoor de cliënt nieuwe mogelijkheden leert ontdekken.
Laat je iemand zelf een beweging maken, dan zal hij in eerste instantie zijn spieren, gewrichten en zenuwstelsel gebruiken zoals hij het altijd al gedaan heeft. Als deze persoon bewogen wordt door de behandelaar ervaart hij iets van die 80 procent die hij nog niet kent en zeker als dit als prettiger, makkelijker en vrijer wordt ervaren, zal het worden aangenomen. Zo ontstaan er weer nieuwe mogelijkheden waar deze persoon gebruik van kan maken in het dagelijkse leven en bewegen. Er worden nieuwe connecties in het brein en zenuwstelsel gemaakt en hier is het zelfbeeld aan gekoppeld. Dus ook dit laatste zal veranderen.
De docent kijkt naar de persoon als geheel en kiest zijn uitgangspunt aan de hand van zijn eigen observatie en uit de informatie van de cliënt: hoe hij staat, loopt, ademt, beweegt (bijvoorbeeld krachtig, abrupt of vloeiend). De docent merkt op hoe zijn cliënt zich organiseert, waar mogelijkheden tot verandering zijn en welke informatie zijn cliënt daarvoor nodig heeft.